In de voorbereidingen voor de wegverbreding doet Rijkswaterstaat veel onderzoek naar milieueffecten. Daarin kijken we naar de impact van alle veranderingen op de natuur. Wanneer de plannen invloed hebben op beschermde natuurwaarden, nemen we passende maatregelen.
Rijkswaterstaat heeft de plicht om de bestaande functionaliteit en kwaliteit te handhaven. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor passages voor dieren. Verbeteren of uitbreiden van dergelijke verbindingen valt niet binnen onze opdracht. Maar als natuurorganisaties of omwonenden daar mogelijkheden voor zien binnen de grenzen van het project, kijken we in overleg met verschillende partijen of dit haalbaar is.
We proberen beplanting en belangrijke ecologische elementen als poelen zo veel mogelijk te behouden. Wordt het groen toch aangetast, dan zorgen we altijd voor compensatie. Overal waar bomen verdwijnen, planten we er net zoveel terug. Daarbij proberen we aan te sluiten bij de oorspronkelijke begroeiing. Ook houden we rekening met het karakter van het bestaande landschap en andere functies van de beplanting, zoals afscherming van woningen. We werken veelal met jonge beplanting, omdat deze het meest veerkrachtig is en de grootste kans heeft op overleven.
Terug